Artikel 2, bijlage II Besluit omgevingsrecht biedt de mogelijkheid om vergunningvrij een hoofdgebouw (bijvoorbeeld een woning) uit te breiden. Met de toepassing van artikel 2 bijlage II Besluit omgevingsrecht is er géén vergunning vereist voor het bouwen en afwijken van het bestemmingsplan. Dit betekent echter niet dat in het geheel níet aan het bestemmingsplan hoeft te worden getoetst, omdat de omvang van het erf waarop de uitbreiding kan plaats vinden kan worden beperkt door het bestemmingsplan.
De Raad van State heeft in een uitspraak op 5 juni 2019 het vergunningvrij bouwen een stuk ingewikkelder gemaakt.
Vergunningvrij bouwen en afwijken bestemmingsplan
In beginsel is er voor de uitbreiding van een hoofdgebouw een vergunning noodzakelijk. Met artikel 2, bijlage II Besluit omgevingsrecht (hierna: Bor) is een uitzondering gemaakt op deze vergunningplicht, voor zowel het bouwen als het afwijken van het bestemmingsplan. Hierdoor kan met toepassing van artikel 2 ook zonder vergunning worden gebouwd als het bestemmingsplan geen bebouwing toestaat, bijvoorbeeld omdat een bouwvlak ontbreekt. Dit betekent echter niet dat het bestemmingsplan in deze niet relevant is en dus overgeslagen kan worden.
Erf en achtererfgebied
Voor bijvoorbeeld artikel 2, onderdeel 3 geldt namelijk dat alleen vergunningvrij kan worden gebouwd in het achtererfgebied. Het achtererfgebied wordt bepaald door de ligging van het hoofdgebouw en de omvang van het erf.
Het erf bestaat uit het perceel dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden.
Het achtererfgebied is het erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 meter achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen.
Maximale oppervlakte bebouwing
Uitgangspunt wás echter altijd dat wanneer eenmaal is vastgesteld dat het het achtererfgebied betreft, niet meer aan het bestemmingsplan hoeft te worden getoetst of dat bouwwerk aldaar is toegestaan. Art. 2 behelst immers een uitzondering op de vergunningplicht, ook voor afwijken van het bestemmingsplan.
In de uitspraak met nummer ECLI:NL:RVS:2019:1832 heeft de Afdeling echter een aanzienlijk genuanceerder standpunt ingenomen. In die zaak ging het over de vergunningvrije uitbreidingen van een winkel van een bekende modeketen in Amsterdam. Die winkel werd met verschillende bouwwerken uitgebreid, zonder dat daar vergunning voor was verleend. De Raad van State beoordeelde die bouwwerken en kwam tot de conclusie dat een deel van de bouwwerken inderdaad vergunningvrij kon worden opgericht.
Echter, het ter plaatse geldende bestemmingsplan bevatte ook een maximering van het maximaal toegestane aantal vierkante meters bruto vloeroppervlak. Onder dat bruto vloeroppervlak moeten volgens de Afdeling ook de ruimtes worden verstaan die worden gebruikt voor een functie die ondergeschikt is aan de ter plaatse gevestigde detailhandel.
Vervolgens stelde de Raad van State vast dat met de functie in de (legaal) vergunningvrij gerealiseerde bouwwerken het toegestane aantal vierkante meters bruto vloeroppervlak detailhandel werd overschreden. Het college is volgens de Raad van State nu bevoegd handhavend op te treden tegen die overschrijding.
Consequenties in de praktijk
De besproken uitspraak is baanbrekend en ook bijzonder te noemen. Deze uitspraak heeft namelijk als gevolg dat vergunningvrij gebouwde uitbreidingen alsnog kunnen worden getoetst aan het bestemmingsplan als daarin bijvoorbeeld een maximale oppervlakte voor een bepaalde functie is opgenomen.
Dit terwijl artikel 2, bijlage II Bor juist ook een uitzondering op de vergunningplicht voor het gebruik en afwijken van het bestemmingsplan inhoudt. Bovendien ontstaat hiermee de feitelijke situatie dat een bouwwerk weliswaar vergunningvrij mag worden gebouwd, maar niet kan worden gebruikt ten behoeve van de hoofdfunctie of een daaraan ondergeschikte functie.
De grote vraag is dan: waar kan dat legaal gebouwde bouwwerk dan wel nog voor worden gebruikt? Op dit moment moet er rekening mee worden gehouden dat wanneer een hoofdgebouw vergunningvrij wordt uitgebreid, dit nog niet betekent dat een eventueel in het bestemmingsplan opgenomen maximum voor een bepaalde functie mag worden overschreden.
Houd er bij het uitwerken van vergunningvrije plannen dus rekening mee dat er toch een toets aan het bestemmingsplan zou kunnen plaatsvinden.
Wilt u zelf duidelijkheid of uw bouwplan past binnen het bestemmingsplan?
Neem dan contact op met onze specialisten via info@rechtswinkelnunspeet.nl!